Artikel over Peter Mantje van Ovenbouw Holland Groep in Haarlemsch Dagblad
Peter Mantje begon ooit als timmerman in de bouw, nu is hij de baas van de Ovenbouw Holland Groep, voorheen Ovenbouw Holland BV.
In de portrettenserie De Estafette laat de krant zich van gesprek naar gesprek sturen. Iedere week geeft de geïnterviewde het estafettestokje door aan iemand anders met een bijzonder verhaal.
„Ik heb bij Ovenbouw Holland eerst in loondienst gewerkt en ben als directeur met dezelfde passie doorgegaan. Ik kreeg de kans om dit bedrijf over te nemen en heb dat in 1994 gedaan”, zegt Mantje. Of dat niet een enorme stap was? „Jazeker, maar ik had sterk het gevoel van ’dit bedrijf wil ik’. Wat dat betreft was ik vastbesloten. Als het niet was gelukt, had ik waarschijnlijk zelf een ander bedrijf in dezelfde branche opgestart.” Hij vervolgt: „Als je als werkgever alle processen binnen het bedrijf kunt beïnvloeden, is het risico dat je als ondernemer loopt, anders. En de overname is geleidelijk gegaan. Voordat we het wereldkundig maakten, was ik al een paar jaar eigenaar. Ik heb dat bewust gedaan, omdat, wanneer het in die periode niet goed was gegaan, ik de zwartepiet zou hebben gekregen van de buitenwereld. En dat wilde ik niet.” De Ovenbouw Holland Groep is gespecialiseerd in ’onderhoudsconcepten voor grote partijen’. „We hebben contracten met Tata Steel en andere gerelateerde bedrijven.
Het is ook een familiebedrijf. „Mijn twee zonen werken ook bij de Ovenbouw Holland Groep. Verder werken er nog andere zonen van oudere werknemers in het bedrijf. Dat zegt wel wat. Ik heb wel eens het gevoel dat een familiebedrijf in Nederland wat ondergewaardeerd wordt. Volgens mij zijn wij de ruggengraat van Nederland.”
Recessie
Hij zoomt in: „Je merkt het in tijden van recessie. Als er minder werk is, gaan we niet direct snijden in arbeidsplaatsen. Maar daar zit ook wel een idee achter. Als je na de recessie die mensen weer nodig hebt, zijn ze wel weg. Dat is dus niet handig en dat gevoel mis ik bij grote bedrijven.”
Hoe het is om directeur van de Ovenbouw Holland Groep te zijn? „Mooi. Ik denk dat we een bedrijf hebben waarin allemaal mensen werken die hart voor de zaak hebben. En onderling is er verbondenheid. Als er iemand langdurig ziek is, gaat er iemand langs en koppelt dit terug naar het bedrijf. En ik heb het idee dat de mensen loyaal zijn. De Holland Ovenbouw Groep is een bedrijf dat full continue werkt. Zeven dagen per week, 24 uur per dag. Iedereen moet bij ons flexibel zijn, omdat er soms opgeschaald moet worden in de werkzaamheden. Wanneer er ergens bij onze klanten in het weekend iets gerepareerd moet worden bijvoorbeeld. Maar we vragen het altijd, leggen het nooit op. En dat lukt dus, we stellen een klant wat dat betreft nooit teleur.”
Die loyaliteit en flexibiliteit verwacht Mantje ook van zijn leveranciers: „We hebben subcontractors en leveranciers die al jaren voor ons werken. En ik merk dat dat waardevol is.” Mantje is er ook de man niet naar om zijn leveranciers onder druk te zetten, zegt hij. „Ik heb weleens gekscherend tegen mijn hoofd inkoop gezegd dat ik die week huilende directeuren aan de lijn wilde hebben. Maar serieus: je moet leveranciers nooit het vel over de neus trekken. Dan blijven ze loyaal, ook als het met ons minder gaat. In magere tijden kun je dan makkelijker een beroep op ze doen om wat aan de inkoopsprijs te doen. En als je ze in het weekend of ’s avonds belt, nemen ze de telefoon op. Daar heb ik ervaring mee.”
Veiligheidsregels
Er zijn in het bedrijf veel veiligheidsregels. „Onze mensen volgen regelmatig cursussen over veiligheid. Ik vind: veiligheid voor alles. Financiën gaan niet voor veiligheid. We zijn met circa vijftig firma’s lid van een veiligheidsplatform en we leggen onszelf regelgeving op die soms strenger is dan de norm. We gaan voor nul ongevallen. Dat iemand ’s ochtends naar zijn werk gaat en ’s avonds weer vrolijk tegen zijn vrouw ’Ik ben er weer!” kan roepen. Gelukkig zijn grote ongelukken ons bespaard gebleven en ik hoop dat dat zo blijft.”
Hoe het gaat met de Ovenbouw Holland Groep? „Goed, ik ben tevreden. Onze roots liggen op onderhoud en daar zijn we druk mee. Onderhoud is de basis en daarbovenop heb je de projecten. We hebben projecten lopen in Zweden en Finland en ook Roemenië komt eraan. Alles bij elkaar iets om trots op te zijn.”
Mantje ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet: „We hebben een extern bureau ingeschakeld dat voor ons een toekomststrategie heeft gemaakt. Ze gingen uit van de vraag hoe toekomstbestendig we zijn en of we het allemaal wel goed doen. Daar kwamen sterke kanten uit en punten ter verbetering. Er is nu een plan gemaakt dat loopt tot 2021. Ik heb het idee dat we goed op koers liggen. Als onderhoudsbedrijf zijn we nu de grootste van Nederland.” Hij vervolgt: „Ik ga uit van het idee: ’Als het stormt, kun je moeilijk repareren. Voor dat het zover is, moet je je visie en beleid aangepast hebben.” Lacht: „Je moet het dak repareren als de zon schijnt.” Of hij al aan stoppen denkt? „Nee hoor, zolang ik gezond en fit ben, ga ik door. Ik vind het leuk om elke dag naar m’n werk te gaan, doe het nooit met tegenzin. Wat dat betreft voel ik me een bevoorrecht mens.”
